Huizen
Of je nu jong of oud bent, in de regio of in de randstad woont en meer of wat minder te besteden hebt, iedereen heeft behoefte aan een thuis. Sterker, wonen is in ons land zelfs een sociaal grondrecht. In artikel 22 van de Grondwet staat het zo: “Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.” Helaas is die “bevordering van voldoende woongelegenheid” de afgelopen jaren niet goed uit de verf gekomen. Het woonbeleid van de overheid heeft het afgelopen decennium op vele fronten gefaald, alhoewel er gelukkig ook goede beslissingen zijn genomen. Zo wordt de hypotheekrenteaftrek, lange tijd een heilig huisje met hoge prijzen tot gevolg, inmiddels afgebouwd en doen Rijk, provincies en gemeenten er veel aan om de woningbouwproductie in de huidige stikstof- en coronacrisis op peil te houden, dit in tegenstelling tot wat er gebeurde in de nasleep van de kredietcrisis, toen de (sociale) woningbouwproductie instortte.
Maar onder de streep heeft de overheid het niet best gedaan op het gebied van wonen. Zo is de afgelopen tien jaar het aantal daklozen verdubbeld; is de (betaalbare) woningbouwproductie structureel te laag geweest en zijn we in een situatie van woningnood beland; is de segregatie tussen woonwijken toegenomen; hebben particuliere beleggers in de steden veel koopwoningen opgekocht om deze vervolgens, al dan niet verkamerd, duur te verhuren; en last but not least is de betaalbaarheid van wonen, vooral voor starters in de vrije huursector, flink achteruit gegaan, doordat de huren daar veel sneller zijn gestegen dan de inkomens. Het is geen zeldzaamheid dat deze vaak jonge mensen meer dan de helft van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten. En aan het kopen van een woning komen veel jongeren sowieso niet meer toe. Als ze al een vast contract hebben; betaalbare koopwoningen zijn er bijna niet meer, zeker niet voor alleengaanden of eenverdieners.
Goed wonen is in ons land voor velen kortom niet langer vanzelfsprekend. Het verschil tussen mensen die een woning bezitten en zij die een woning zoeken is veel te groot geworden. Dat is voor de ChristenUnie onacceptabel. Er moeten wissels worden omgezet in het woonbeleid, en de ChristenUnie is daartoe bereid. Wonen gaat namelijk over zoveel meer dan stenen stapelen. Wonen gaat over samenleven, over samenhang, over het zijn van een gemeenschap in een straat of buurt, in een wijk of dorp. Willen we op langere termijn weer een gezonde woningmarkt, dan zullen we nu moeten kiezen voor beter woningmarktbeleid, of beter gezegd: voor beter volkshuisvestingsbeleid. En dus draaien we slechte maatregelen, zoals de verhuurderheffing, terug. Goede maatregelen, zoals het stimuleren van de bouw en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, trekken we door. Want wij willen knokken voor de kansen van starters en jonge gezinnen, voor waardig wonen voor ouderen, voor betaalbaar en duurzaam wonen voor iedereen.
Beschikbare woningen
Bouwen, bouwen, bouwen is al jaren het mantra. Dat is dan ook het allerbelangrijkste middel om het grote woningtekort van nu 331.000 woningen in te lopen en daarbovenop de komende tien jaar extra benodigde 700.000 woningen te bouwen. De ChristenUnie wil dat daarin nu daadwerkelijk grote stappen worden gezet.
-
Versnelling woningbouw: 100.000 per jaar. De woningnood in Nederland vraagt om een groot bouwoffensief. De ChristenUnie wil dat er 100.000 woningen per jaar bijkomen, waarbij een substantieel deel beschikbaar komt voor enerzijds starters en anderzijds senioren. Daarvoor moeten het Rijk, provincies en gemeenten veel sturender dan voorheen de regie pakken. Er komt een Minister van Ruimtelijke Ordening met volkshuisvesting in portefeuille, die onvermoeibaar duwt, trekt en sleurt aan woningbouw op basis van een gedeelde ontwikkel- en investeringsagenda.
- Ruim baan voor woningcorporaties. Er zijn vooral veel meer sociale en middeldure huurwoningen nodig, naast betaalbare koopwoningen. Woningcorporaties krijgen de ruimte te investeren in middeldure huurwoningen en leefbare wijken, de zogenoemde markttoets verdwijnt. Dit bevordert een gemengd woningaanbod.
- Hergebruik alle leegstaande gebouwen, niet alleen kantoren. Er is veel leegstaand vastgoed, zowel in steden/dorpen (lege kantoren, winkels, maatschappelijk vastgoed en bedrijfsgebouwen) als op het platteland (vrijkomende agrarische bebouwing door stoppende boeren). Door de coronacrisis wordt die leegstand een nog groter probleem. In een deel van de ruimtevraag voor wonen kan worden voorzien door hergebruik, transformatie of sloop en nieuwbouw. Wij stimuleren dit door de overdrachtsbelasting bij beleggers bij transformatie af te schaffen en door gemeenten de mogelijkheid te geven om een leegstandsbelasting te heffen.
-
Solidariteit tussen wijken en gemeenten. Toenemende segregatie lossen we niet van één kant op. Gemeenten worden aangespoord niet alleen goedkope woningen in goedkope wijken te bouwen en dure woningen in dure wijken, maar om ook duurdere woningen te bouwen in goedkope wijken en goedkopere woningen in dure wijken. Ook kan het niet zo zijn dat de ene gemeente veel sociale huurwoningen bouwt, terwijl een buurgemeente het laat afweten. Provincies krijgen meer (aanwijzings)mogelijkheden om hierop te sturen. Denk bijvoorbeeld aan het handhaven van een norm van dertig procent sociale nieuwbouw.
-
Doorstromen alstublieft. Er komen doorstroommakelaars en doorstroompremies om mensen van een relatief ruim huis naar een meer passende woning te begeleiden. Een percentage van de nieuw te bouwen woningen wordt gereserveerd voor passende woonvormen voor ouderen. Bovendien wordt toegankelijkheid standaard meegenomen bij nieuwbouw, zodat alle nieuwe woningen, of in ieder geval alle nieuwe wijken, levensloopbestendig zijn.
-
Ruim baan voor wooncoöperaties etc. We geven maximaal ruimte aan oplossingen van onderop, die de woningnood lenigen en gemeenschappen versterken. Denk aan wooncoöperaties, groepswonen en particulier opdrachtgeverschap, maar ook aan slimme woonvormen voor kleine huishoudens en ontwikkelaars die ‘koop-laterwoningen’ willen bouwen.
-
Kwalitatief hoogwaardig en toekomstvast bouwen. We moeten niet blind bouwen voor de toevallige vraag van vandaag, maar met oog voor de toekomst. Dat betekent kwalitatief hoogwaardig en klimaatneutraal bouwen, zodat nieuwe buurten en wijken over één generatie niet onbedoeld verpauperd zijn. De overheid helpt dit te borgen.
Betaalbare woningen
Wonen is voor woningeigenaren die al decennia een huis bezitten meestal goed betaalbaar, voor jongeren en huurders in de vrije sector is die betaalbaarheid een heel ander verhaal. Daar maken we ons grote zorgen over. Het huidige woonbeleid zit vol met foute financiële prikkels. De ChristenUnie wil een fair, een rechtvaardig woonbeleid.
-
Bescherm de middenhuur. De huurprijsbescherming wordt, zeker nu de woningnood zo groot is, uitgebreid naar huurhuizen voor middeninkomens. Dat betekent dat het puntenstelsel dat nu geldt voor sociale huurwoningen, voortaan ook geldt voor woningen tot een huur van ca. €1.000 per maand. Daarmee samenhangend worden de inkomensgrenzen verruimd. En passant blijven als middelduur bedoelde woningen ook op lange termijn middelduur. Zo weten bijvoorbeeld onderwijzers, verpleegkundigen en politieagenten zich blijvend verzekerd van toegang tot de stedelijke woningmarkt.
-
Meer ruimte voor verhuur betaalbare woningen, minder strenge Europese regels. Wij willen dat de EU woningcorporaties weer de ruimte geeft om te investeren in huurwoningen voor lage én middeninkomens. Er moet meer ruimte te komen om woningen niet alleen passend toe te wijzen met oog voor de huurder(s), maar ook met oog voor de buurt.
-
Weer betaalbaar starten. Voor starters moet het beginnen van de wooncarrière in een sociale huurwoning weer bereikbaar en vanzelfsprekend worden. Gemeenten moedigen we aan de schaarste eerlijk te verdelen en een deel van de te bouwen en vrijkomende sociale huurwoningen te reserveren voor starters, waarbij ze doorstromen zodra het inkomensniveau dat toelaat.
-
Bescherm huurders en particuliere kopers beter. De ChristenUnie wil dat het Rijk gemeenten aanmoedigt een verhuurvergunning in te voeren, zoals de gemeente Groningen heeft gedaan. Hiermee kunnen huisjesmelkers en malafide verhuurders en bemiddelingsbureaus effectief worden bestreden en vooral studenten en arbeidsmigranten beter worden beschermd tegen wanpraktijken. Ook dient de opkoopbescherming van bestaande betaalbare koopwoningen ter bescherming tegen buy-to-let snel ingevoerd te worden, zodat gemeenten kunnen regelen dat je gaat wonen in de woning die je koopt, niet alleen bij nieuwbouw, maar ook in de bestaande bouw. En passant kunnen gemeenten daarmee ook de toeristische verhuur beter reguleren. Gemeenten worden gestimuleerd met Huurteams te werken, waar huurders terecht kunnen met hun vragen en bange vermoedens dat ze te veel huur betalen.
-
Huizenprijsstijging mag niet tot minder sociale huurwoningen leiden. We willen voorkomen dat woningen uit de sociale huursector verdwijnen door een te hoge WOZ-waarde. De voorgestelde cap van 33 procent op het aandeel van de WOZ in het woningwaarderingsstelsel wordt daarom aangescherpt tot 25 procent.
-
Vervang huurtoeslag door op inkomen gebaseerde eigendomsneutrale ondersteuning. De ChristenUnie voert een op huishoudensamenstelling gebaseerde uitkeerbare belastingkorting in met haar voorstel voor een nieuw belastingstelsel. Deze bestaat uit een inkomensonafhankelijk en uit een inkomensafhankelijk deel. Die laatste component is bedoeld om huishoudens met lagere inkomens te ondersteunen bij de kosten van wonen, zorg en kinderen. Daarmee verdwijnt niet alleen de hoogte van de huur als basis voor tegemoetkoming in de kosten, maar ook het onderscheid tussen huur en koop. Deze vorm van ondersteuning is niet alleen eerlijker, maar bevordert ook de doorstroming op de woningmarkt.
-
Bouwsparen voor starters. Tegelijkertijd vergroten we de kansen voor starters, niet alleen door hen meer toegang tot sociale huurwoningen te geven en duizenden woningen voor hen te bouwen, maar ook door vergelijkbaar met de spaarloonregeling van weleer fiscaal gunstig bouwsparen mogelijk te maken.
Duurzame woningen en andere gebouwen
Verduurzaming van de woningvoorraad is een grote opgave en vooral ook een zaak van lange adem. In hoofdstuk 4 van het verkiezingsprogramma wordt uitgebreid ingegaan op de noodzaak van en onze inzet bij de energietransitie, inclusief het belang van isolatie van woningen. Die transitie raakt alle terreinen van onze economie en samenleving, niet in het minst onze woningen en de hele gebouwde omgeving.
-
Uitvoeren wijkgerichte aanpak voor bestaande bouw. Bij de bestaande bouw worden jaarlijks een tegelijkertijd ambitieus en realistisch aantal woningen voorzien van een duurzame warmteoplossing met een wijkgerichte aanpak. Met duidelijke standaarden voor verschillende woningtypes geven we gemeenten houvast hierbij. Deze grote operatie kan immers niet zonder heldere doelen, kaders en nationale regie met concrete ondersteuning van gemeenten.
-
Klimaatbestendige nieuwbouw. Bij nieuwbouw moet niet alleen energiebesparing en gasvrij bouwen centraal staan, maar ook klimaatbestendigheid, zowel voor wat betreft de omgang met water - waaronder het afkoppelen van hemelwater en afvalwater - als het voorkomen van hittestress. Dit doen we door gemeenten te stimuleren beter gebruik te maken van de huidige juridische mogelijkheden en te verkennen in wat er extra nodig is, zoals aanpassing van het bouwbesluit.
-
Voorkom energiearmoede. We moeten ervoor zorgen dat wijken met slecht geïsoleerde huizen en bewoners met lage inkomens niet achteraan, maar vooraan staan bij de energietransitie, maar wel zo dat niet alleen aardgas geleidelijk wordt vervangen door duurzame warmte, maar dat er ook geïnvesteerd wordt in energiebesparing, zodat de energierekening woonlastenneutraal omlaag gaat en huizen comfortabeler worden.
-
Financieren isolatie en warmtevoorziening. Nu gebouwgebonden financiering qua wettelijke grondslag en uitvoering te complex blijkt, moeten er alternatieven komen om financiering van isolatie en duurzame warmte aantrekkelijk te maken. Bijvoorbeeld via het warmtefonds. > zie ook ons voorstel voor het isoleren van 2 miljoen woningen voor 2030 in hoofdstuk 4
-
Zon op dak en laadpalen in bouwbesluit. De toepassing van zonne-energie op daken en in gevels is een uitstekende vorm van meervoudig ruimtegebruik. De vraag naar laadmogelijkheden zal toenemen door de groei van elektrische mobiliteit. Daarom wordt geschiktheid van daken voor zonne-energie en het aanleggen van laadinfrastructuur verplicht in het bouwbesluit utiliteitsbouw.
-
Daken en gevels rijksoverheid voorzien van zonne-energie. Plannen om geschikte daken en gevels van rijksoverheidsgebouwen te voorzien van zonne-energie worden versneld uitgevoerd. Zo geeft de Rijksoverheid het goede voorbeeld. Ook op het gebied van energiebesparing en zuinige verlichting loopt de overheid voorop.